Een lui oog is een oog dat niet goed ziet. Doorgaans is één van beide ogen lui, slechts heel uitzonderlijk komt een lui oog aan beide ogen voor.

Om een scherp zicht te ontwikkelen is het erg belangrijk dat de verbinding tussen het oog en de hersenen gestimuleerd wordt. Soms is deze verbinding bij het ene oog beter aangelegd dan bij het andere oog. De signalen die van het goede oog komen zijn veel duidelijker dan deze van het slechte oog. Daarom kiezen de hersenen ervoor om enkel het goede oog te gebruiken. Het slechte oog wordt steeds minder gebruikt en krijgt het lastiger om te zien, het wordt lui.

Een lui oog kan behandeld worden met een bril, een oogpleister of een combinatie van beiden. Met een bril kunnen oogafwijkingen zoals bijziendheid en verziendheid gecorrigeerd worden. Wanneer het ene oog scherper kan zien dan het andere, wordt het goede oog afgeplakt (occlusie).  Het slechte oog moet dan wel gebruikt worden, het wordt zo gestimuleerd en gaat beter kunnen zien. In sommige gevallen worden oogdruppels voorgeschreven voor het goede oog. Deze zorgen ervoor dat het goede oog minder goed kan zien, zodat het slechte oog verplicht wordt om te kijken.

Een lui oog kan behandeld worden tot de leeftijd van 8 à 10 jaar. Daarna is het zicht volledig ontwikkeld en is er geen verbetering meer mogelijk. Het is daarom van groot belang dat een lui oog vroeg ontdekt en behandeld wordt.

Mogelijke signalen van een lui oog zijn:

• het uitblijven van oogcontact bij baby’s ouder dan 6 weken;
• makkelijk struikelen, moeilijk naar iets kunnen grijpen (slecht dieptezicht);
• scheel kijken (beide ogen kijken niet dezelfde kant op).

Lees meer

Lees minder

Een lui oog kan verschillende oorzaken hebben, de meest voorkomende zijn:

Scheel zien
Bij scheelzien (strabisme) kijken de ogen niet naar hetzelfde punt. Om dubbelzien te vermijden gaan de hersenen één oog uitschakelen. Na een tijdje verleert het oog het kijken en wordt het ‘lui’.

Refractieafwijking
Door bepaalde afwijkingen zoals bijvoorbeeld bijziendheid en verziendheid kunnen de ogen niet goed zien. Wanneer het ene oog goed kan zien maar het andere een afwijking heeft, dan wordt de verbinding tussen het slechte oog en de hersenen steeds minder gestimuleerd. Dit oog wordt lui. Bij een sterke refractieafwijking aan beide ogen, kunnen beide ogen lui worden.  

Oogziekten

• Cataract.
• Afhangend ooglid.
• Schade aan netvlies door bijvoorbeeld ongeval.
• Enz,... .

Lees meer

Lees minder

Je oogarts zal bepalen of je kind een oogpleister moet dragen. Doorgaans moet deze pleister een aantal uren per dag gedragen worden. Volg strikt de instructies van je oogarts. Hoe beter de behandeling wordt volgehouden, hoe beter het zicht uiteindelijk zal ontwikkelen.

Lees meer

Lees minder

Het is belangrijk om een lui oog zo vroeg mogelijk op te sporen en te behandelen. Hoe jonger de behandeling gestart wordt, hoe beter het zicht uiteindelijk zal ontwikkelen. Raadpleeg een oogarts indien:

• je twijfelt of het zicht van je kind wel normaal ontwikkelt.
• je kind scheel ziet.
• er personen zijn in de familie die scheelzien, een lui oog hebben of een grote brilsterkte hebben.

Lees meer

Lees minder