Hepatitis B is een ontsteking van de lever die veroorzaakt wordt door het hepatitis B virus (HBV). Het virus wordt overgedragen via bloed, sperma of vaginaal vocht van een besmet persoon. Bijvoorbeeld via:

• onveilig vrijen;
• besmette naalden (druggebruikers, tatoeages, piercings);
• besmette tandenborstel, besmet scheermesje;
• kleine wondjes.

Het risico op besmetting is groter bij:

• sterk wisselende seksuele contacten;
• personen die werken in de verzorging;
• druggebruikers.

In België worden bloeddonoren steeds grondig getest op hepatitis B. Bloedtransfusies vormen dus geen risico.  

Een zwangere vrouw met Hepatitis B kan het virus overdragen op de baby. Dit kan gebeuren tijdens de bevalling of via borstvoeding. Bij een zwangerschap wordt de moeder steeds gecontroleerd op hepatitis B. Een baby van een besmette moeder krijgt meteen na de geboorte antistoffen toegediend.

Het virus kan niet overgedragen worden via normaal sociaal contact zoals het geven van een hand, knuffel of zoen. Speeksel is enkel besmettelijk wanneer er bloed bij zit. Besmetting is ook niet mogelijk via niezen of hoesten.

Het hepatitis B-virus kan aangetoond worden via bloedonderzoek. Iemand is besmettelijk voor anderen, zolang het virus in het bloed aanwezig is.

In België worden alle pasgeborenen gevaccineerd tegen hepatitis B.

Lees meer

Lees minder

Een hepatitis B infectie kan acuut of chronisch zijn.

Een acute infectie verloopt meestal zonder klachten. De symptomen die mogelijk optreden doen aan griep denken en treden ongeveer drie maanden na besmetting op.

• koorts;
• misselijkheid;
• buikpijn;
• vermoeidheid;
• weinig eetlust;
• huiduitslag, jeuk;
• spierpijn;
• geelzucht:
• gele verkleuring van de huid en het oogwit (geelzucht).
• donkere kleur van de urine (kleur van sterke thee).
• lichte kleur van stoelgang (kleur van stopverf).

Symptomen verdwijnen doorgaans na twee tot zes weken. Vermoeidheid kan nog enkele maanden aanhouden.

Bij de meeste mensen (meer dan 90 procent) verdwijnt het virus binnen de zes maanden vanzelf uit het lichaam. Eenmaal het virus uit het lichaam verdwenen is, kan men de ziekte niet meer opnieuw krijgen.

Bij ongeveer 10 procent van de patiënten blijft het virus langer dan zes maanden in het lichaam aanwezig. Er wordt dan gesproken van chronische hepatitis B. De aanwezigheid van het virus kan leiden tot:

• dragerschap, zonder symptomen;
• chronische leverontsteking met (milde) symptomen.

Een actieve ontsteking kan op termijn leiden tot levercirrose (vorming van littekenweefsel). Patiënten met chronische hepatitis hebben een verhoogd risico op leverkanker.

Het risico op chronische hepatitis B is groter bij besmetting op jonge leeftijd (jonger dan zes jaar). 

Lees meer

Lees minder

Besmetting voorkomen:

• Laat geen piercings of tatoeages aanbrengen in slechte hygiënische omstandigheden.
• Gebruik bij sterk wisselende seksuele contacten steeds een condoom.
• Werp gebruikte injectienaalden meteen weg.
• Was je handen grondig met water en zeep wanneer je in contact bent gekomen met besmet bloed, sperma of vaginaal vocht.
• Een vaccinatie is zinvol bij:
• baby’s van een besmette moeder;
• gezinsleden of huisgenoten van een besmet persoon;
• seksuele partners van een besmet persoon;
• wisselende seksuele contacten;
• druggebruikers;
• personen die tewerkgesteld zijn in de gezondheidszorg;
• reizen naar een land waar hepatitis  B veel voorkomt (Afrika, Azië, Zuid-Amerika).

Je bent besmet met het hepatitis B virus:

• Neem voldoende rust.
• Alcohol is belastend voor de lever. Drink tot drie maanden na herstel geen alcohol.
• Neem geen medicatie op eigen houtje. Bij aantasting van de lever kan niet alle medicatie verdragen worden. Vraag steeds advies aan je arts.
• Dek wondjes goed af.
• Laat huisgenoten niet in contact komen met je tandenborstel, scheermesje, nagelknippers, maandverband,… .
• Waarschuw je omgeving, zodat zij zich eventueel kunnen laten vaccineren.
• Verwittig alle seksuele partners van het afgelopen half jaar.
• Let op voor ondervoeding. Bij een verminderde eetlust:
• Eet vaker, neem eventueel kleine porties.
• Laat iemand anders koken wanneer de geur van eten je tegenstaat.
• Neem de tijd om te eten.

Lees meer

Lees minder

Raadpleeg je arts bij klachten die kunnen wijzen op een infectie met het hepatitis B virus.

Neem binnen de 24 uur contact op met een arts indien:

• je onveilig seksueel contact hebt gehad met een (vermoedelijk) besmet persoon.
• je je geprikt hebt met een gebruikte injectienaald.

Wanneer er snel antistoffen (vaccinatie) worden toegediend, kan een infectie soms vermeden worden.

Bij acute hepatitis is er meestal geen behandeling nodig, de klachten verdwijnen na enige tijd vanzelf.

Bij chronische hepatitis B wordt uw bloed regelmatig gecontroleerd om na te gaan of de ontsteking actief is. Via medicatie kan het virus soms onderdrukt worden, zodat de ontsteking in de lever stopt en schade zoveel mogelijk voorkomen wordt.

Lees meer

Lees minder

Lees minder

Lees meer

Besmetting voorkomen:

• Laat geen piercings of tatoeages aanbrengen in slechte hygiënische omstandigheden.
• Gebruik bij sterk wisselende seksuele contacten steeds een condoom.
• Werp gebruikte injectienaalden meteen weg.
• Was je handen grondig met water en zeep wanneer je in contact bent gekomen met besmet bloed, sperma of vaginaal vocht.
• Een vaccinatie is zinvol bij:
• baby’s van een besmette moeder.
• gezinsleden of huisgenoten van een besmet persoon.
• seksuele partners van een besmet persoon.
• wisselende seksuele contacten.
• druggebruikers.
• personen die tewerkgesteld zijn in de gezondheidszorg.
• reizen naar een land waar hepatitis  B veel voorkomt (Afrika, Azië, Zuid-Amerika).

Je bent besmet met het hepatitis B virus:

• Neem voldoende rust.
• Alcohol is belastend voor de lever. Drink tot drie maanden na herstel geen alcohol.
• Neem geen medicatie op eigen houtje. Bij aantasting van de lever kan niet alle medicatie verdragen worden. Vraag steeds advies aan je arts.
• Dek wondjes goed af.
• Laat huisgenoten niet in contact komen met je tandenborstel, scheermesje, nagelknippers, maandverband,… .
• Waarschuw je omgeving, zodat zij zich eventueel kunnen laten vaccineren.
• Verwittig alle seksuele partners van het afgelopen half jaar.
• Let op voor ondervoeding. Bij een verminderde eetlust:
• Eet vaker, in kleinere hoeveelheden.
• Laat iemand anders koken wanneer de geur van eten je tegenstaat.
• Neem de tijd om te eten.

Lees minder

Lees meer

Lees minder

Lees meer