De blaas is de opslagplaats voor urine en zit onder in de buik. Via de urinebuis kan de urine naar buiten. Bij een blaasontsteking is de wand aan de binnenkant van de blaas ontstoken. Soms is ook de urinebuis ontstoken.

Een blaasontsteking geeft meestal pijn bij het plassen. Het kan zijn dat je vaak naar het toilet moet en dan telkens een klein beetje plast. Sommige mensen hebben aldoor het gevoel dat ze moeten plassen.

Een blaasontsteking kan een drukkend of pijnlijk gevoel in je onderbuik of in je rug veroorzaken. De urine ruikt soms onaangenaam of is troebel. Soms zit er bloed in de urine.

Bij kleine kinderen zijn huilen of koorts soms de enige verschijnselen van een blaasontsteking.

Waardoor komt het?

Een blaasontsteking ontstaat meestal door bacteriën.

Vrouwen hebben vaker blaasontsteking dan mannen, omdat vrouwen een kortere urinebuis hebben. Daardoor kunnen bacteriën van buitenaf bij vrouwen gemakkelijker de blaas binnendringen. Mensen die hun blaas niet goed kunnen leegplassen, bijvoorbeeld mannen met een vergrote prostaat of vrouwen met een verzakking, hebben meer kans op een ontsteking. Bij hen blijft er telkens een beetje urine in de blaas achter, waarin bacteriën zich kunnen vermenigvuldigen.

Het is niet waarschijnlijk dat je van kou of tocht een blaasontsteking kunt krijgen.

Kan het kwaad?

Een blaasontsteking is een vervelende en pijnlijke kwaal. Over het algemeen is een blaasontsteking goed te behandelen. Bij kinderen kan de ontsteking veroorzaakt worden door een afwijking van de urinewegen. Bij mannen gaat een blaasontsteking vaak samen met een ontsteking van de prostaat.

Lees meer

Lees minder

• Om een blaasontsteking te voorkomen, is het belangrijk voldoende te drinken. Probeer twee liter per dag te drinken.
• Door regelmatig te plassen, spoel je bacteriën naar buiten. Plas je blaas altijd goed leeg.
• Bij sommige vrouwen komt een blaasontsteking minder snel terug als ze plassen na het vrijen.
• Het drinken van cranberrysap kan soms helpen om een blaasontsteking te voorkomen.

Lees meer

Lees minder

 Vraag raad bij je apotheker of arts.

Lees meer

Lees minder

• Bij de apotheek haal je afplakzakjes (kinderen) of potjes om de urine in op te vangen wanneer je naar de huisarts gaat.
• Producten op basis van veenbessen (cranbarry) kunnen gebruikt worden om een blaasontsteking te voorkomen. Zij verhinderen dat bacteriën zich vasthechten aan de wand van de blaas. Door hun hoge concentratie zijn ze veel efficiënter dan het drinken van veenbessensap.
• Er bestaan ook zelftesten om te kijken of je mogelijk een blaasinfectie hebt.

Lees meer

Lees minder

• Mannen met klachten die op een blaasontsteking wijzen, moeten altijd contact met de huisarts opnemen.
• Vrouwen die denken een blaasontsteking te hebben, hoeven niet altijd naar de huisarts. Zij kunnen contact opnemen als de klachten te hinderlijk zijn of langer dan een week duren.
  Vrouwen moeten met klachten van een blaasontsteking wél naar de huisarts, als ze zwanger zijn of als ze koorts krijgen of pijn in hun zij of als ze denken een seksueel overdraagbare aandoening te kunnen hebben.
  Als er andere verschijnselen zijn waarover je je zorgen maakt, overleg dan met je huisarts.
• Kinderen met koorts zonder duidelijk oorzaak, kunnen een blaasontsteking hebben en moeten naar de huisarts.
  Bij een positieve zelftest moet je naar de huisarts.

Wanneer je met de genoemde klachten naar de huisarts gaat, moet je urine meenemen. Voor het opvangen van urine zijn geen speciale maatregelen nodig. Gebruik bij voorkeur de ochtendurine. Vang de urine op in een schoon potje en sluit dit goed af. Bij kleine kinderen kun je afplakzakjes gebruiken om de urine op te vangen.

De urine moet bij voorkeur binnen twee uur na het plassen worden onderzocht. Als het je niet lukt de urine op tijd te brengen, bewaar het dan in de koelkast. In de koelkast blijft de urine 24 uur geschikt voor onderzoek.

Lees meer

Lees minder

Lees minder

Lees meer

Enkele voedings- en leefstijlmaatregelen kunnen de genezing versnellen en mogelijk voorkomen dat de infectie terugkomt.

voeding:

• Om een blaasontsteking te voorkomen, is het belangrijk voldoende te drinken. Probeer twee liter per dag te drinken.
• Eet veel groenten en fruit, vooral citrusvruchten. Ze zijn rijk aan vitamine C, die de urine verzuurt.
• Het drinken van cranberrysap kan soms helpen om een blaasontsteking te voorkomen. Dit veenbessensap kun je bij je apotheker vinden. Bovendien zijn er ook capsules met veenbes beschikbaar. Vraag om raad bij je apotheker!
• Sterke kruiden, cafeïne en alcohol kunnen blaasirritatie verergeren.

Levensstijl:

• Stel een aandrang tot plassen niet uit.
• Door regelmatig te plassen, spoel je bacteriën naar buiten. Plas je blaas altijd goed leeg.
• Bij sommige vrouwen komt een blaasontsteking minder snel terug als ze plassen voor en na het vrijen.
• Vrouwen gebruiken voor hun intieme hygiëne best producten die de natuurlijke zuurtegraad van de vagina niet verstoren. Vraag om raad bij je apotheker! 
• Meisjes en vrouwen vegen na ontlasting de anus best proper van voor naar achteren.
• Draag katoenen ondergoed en zorg ervoor dat dit niet te strak zit. Let er op dat panty's altijd een katoenen kruis hebben.

Dikwijls is het noodzakelijk een arts te raadplegen.  

Voorbereiding:

• Was je handen zorgvuldig.
• Leg je kind op de rug met de benen gespreid.
• Ben je met zijn tweeën dan kan één ouder het kind afleiden terwijl de ander het plaszakje gaat plakken.
• Maak de omgeving rondom het plasgaatje goed schoon. Voorzichtig de voorhuid iets terugtrekken. Let erop dat je bij elke veeg een schoon stukje washandje of gaasje gebruikt.
• Reinig de huid zorgvuldig met een washandje of gaasje met leidingwater, zodat de huid schoon is en er geen zalf, urine of ontlasting meer op zit.
• Droog daarna de huid met een droge handdoek of een schoon gaasje.

Aanbrengen:

• Verwijder voorzichtig de beschermlaag van de kleeflaag van het plaszakje.
• Plaats de kleeflaag rond het plasgaatje van je kind.
• Wrijf eens extra zodat de kleeflaag goed contact maakt met de huid.
• Controleer na het plakken of het plaszakje aan alle kanten goed aansluit op de huid.

Verwijderen:

• Til een hoekje op en trek voorzichtig onder een schuine hoek de huidplaat los.
• Voorkom contaminatie (verontreinigng) van het monster door de randen direct na verwijdering dicht te plakken, indien noodzakelijk kan een extra plakstrook (sparadrap) aangebracht worden.
• Je kunt ook een klein beetje urine laten weglopen (bvb in het toilet) en de rest opvangen in een urinepotje.

Opgelet:

• Om contaminatie te voorkomen mag het zakje niet langer dan 30 minuten aangeplakt blijven.
• Als het zakje leeg blijft na 30 minuten moet een nieuw zakje gekleefd worden.
• Na opvang, zo snel mogelijk (best binnen 2u) voor analyse naar het labo brengen.
• indien dit niet mogelijk is, dient de urine max 12 uur bewaard te blijven in de koelkast.
• Bij loslaten of beschadiging van het zakje, een nieuw zakje plaatsen.

Voorbereiding:

• Was je handen zorgvuldig.
• Leg je kind op de rug met de benen gespreid.
• Ben je met zijn tweeën dan kan één ouder het kind afleiden terwijl de ander het plaszakje gaat plakken.
• Maak de omgeving rondom het plasgaatje goed schoon. Let erop dat je bij elke veeg een schoon stukje washandje of gaasje gebruikt.
• Reinig de huid zorgvuldig met een washandje met leidingwater, de omgeving rondom het plasgaatje goed spreiden, schoonmaken door van voor naar achteren te vegen. Eerst de buitenste schaamlippen, daarna de binnenste.
• Droog daarna de huid met een droge handdoek of een schoon gaasje.

Aanbrengen:

• Verwijder voorzichtig de beschermlaag van de onderste kleeflaag van het plaszakje.
• Begin met het plakken van het plaszakje vlak onder het plasgaatje.
• Verwijder de beschermlaag van de bovenste kleeflaag van het plaszakje.
• Wrijf eens extra zodat de kleeflaag goed contact maakt met de huid.
• Controleer na het plakken of het plaszakje aan alle kanten goed aansluit op de huid.

Verwijderen:

• Til een hoekje op en trek voorzichtig onder een schuine hoek de huidplaat los.
• Voorkom contaminatie (verontreinigng) van het monster door de randen direct na verwijdering dicht te plakken, indien noodzakelijk kan een extra plakstrook (sparadrap) aangebracht worden.
• Je kunt ook een klein beetje urine laten weglopen (bvb in het toilet) en de rest opvangen in een urinepotje.

Opgelet:

• Om contaminatie te voorkomen mag het zakje niet langer dan 30 minuten aangeplakt blijven.
• Als het zakje leeg blijft na 30 minuten moet een nieuw zakje gekleefd worden.
• Na opvang, zo snel mogelijk (best binnen 2u) voor analyse naar het labo brengen.
• indien dit niet mogelijk is, dient de urine max 12 uur bewaard te blijven in de koelkast.
• Bij loslaten of beschadiging van het zakje, een nieuw zakje plaatsen.

Lees minder

Lees meer